Nieuws

Haarle - Politieke dynamiek; Haarle als onderdeel van de gemeente Hellendoorn

Politieke dynamiek; Haarle als onderdeel van de gemeente Hellendoorn

De afgelopen weken is er veel geschreven en gesproken over de rol van Haarle bij het opwekken van duurzame elektriciteit in de gemeente Hellendoorn. Om een goede keuze te maken is het van belang om te weten waar Haarle staat in het politieke speelveld. Haarle’s grondgebied is 25% van de gemeente Hellendoorn en de gemeente is onderdeel van de RES Twente, wat weer onder de provincie Overijssel valt.

Haarle is onderdeel van de gemeente Hellendoorn:

De gemeente Hellendoorn heeft aangegeven per 2030 30% van de verbruikte elektriciteit duurzaam te willen opwekken.  Deze 30% zal gelden voor de verbruikte elektriciteit in de hele gemeente, dus voor de bebouwde kom en het buitengebied.

De buitengebieden zijn samen verantwoordelijk voor zo’n 11% van het totale energieverbruik van de gemeente, maar bezetten zo’n 75% van het grondgebied. De vraag is of Hellendoorn en Nijverdal voldoende ruimte hebben om ‘hun’ aandeel van het elektriciteitverbruik duurzaam op te wekken binnen de bebouwde kom.

De gemeente Hellendoorn als onderdeel van RES Twente.

Hellendoorn heeft aangegeven 71 gWh per 2030 duurzaam te zullen opwekken, dat is 30%. De RES Twente, waar Hellendoorn onderdeel van is en waaraan de gemeente zich heeft gecommitteerd, heeft een doel van 50% gesteld. Wat voor gevolgen dit zal hebben voor de uiteindelijke besluitvorming van de gemeente Hellendoorn, is moeilijk in te schatten, maar het is wel goed om te weten.

Samenvattend:

Als Haarle kunnen we aangeven hoe, hoeveel, hoe snel en op welke wijze we stroom willen opwekken. In de te maken keuze is het van belang om te weten wat de politieke dynamiek is op het gebied van duurzame opwek. Na de input van de verschillende kernen, zullen B&W van de gemeente Hellendoorn de balans opmaken en komen tot een definitieve invulling van de opgave voor zon en/of wind.

Haarle kan aangeven welke hoeveelheid energie zij wil opwekken per 2030 en op welke wijze, maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de gemeente.